Behandeling
Bij de standaardbehandeling wordt een antilichaam (immunotherapie) gebruikt, om de cellen (B-lymfocyten) te vernietigen die het HHV-8-virus bevatten. Het gebruikte antilichaam is rituximab (Mabthera®). Het wordt in dringende situaties vaak gecombineerd met een behandeling met etoposide (vepeside®, celltop®), om de symptomen snel onder controle te krijgen.
In het kader van een besmetting met hiv is het essentieel om de behandeling te combineren met een antiretrovirale behandeling.
Een terugval is mogelijk, maar die kan in het algemeen worden aangepakt met een tweede behandeling.
Toekomst
De prognose is duidelijk verbeterd sinds de invoering van deze behandelingen.
Het gevaar bestaat dat de ziekte zich ontwikkelt tot een kwaadaardige tumor in de lymfeklieren (lymfoom), maar dit risico is sterk verminderd sinds rituximab wordt gebruikt.