Behandeling
Bij de standaardbehandeling wordt een antilichaam (immunotherapie) gebruikt, om de invloed van IL-6 te neutraliseren.
Er kunnen naargelang van de beschikbaarheid twee antilichamen worden gebruikt: siltuximab (Sylvant®) of tocilizumab (RoActemra®). Deze behandeling heeft een opschortend karakter en is dus van onbepaalde duur. Er worden snel resultaten mee geboekt, maar de patiënt hervalt vaak als de behandeling wordt stopgezet.
Bij milde vormen kunnen corticoïden of een ander antilichaam, rituximab (Mabthera®), worden gebruikt.
Toekomst
De prognose is duidelijk verbeterd sinds de invoering van deze nieuwe behandelingen, maar er zijn nog altijd ernstige, resistente en dodelijke vormen.